"Help, mijn hond wil niet mee in de auto" - van stressrit naar rustige reis

16-06-2025

Je hoort het vaak: "Mijn hond vindt autorijden vreselijk."Hijgt, piept, trilt, gooit z'n ontbijt eruit vóór je de straat uit bent…En ja, ik snap het.Toen mijn Daxx als pup van negen weken oud vier uur moest rijden naar zijn nieuwe thuis, was het feest. Maar niet het leuke soort. Hij was misselijk, gaf over en was er emotioneel helemaal klaar mee. Geen ideale start.Het heeft bijna een jaar geduurd voordat hij wat ontspanning in de auto vond. Nu is hij veertien… en meestal gaat het goed. Maar bij langere ritten – zoals naar vakantie – geef ik hem medicatie van de dierenarts (Cerenia). Want na een paar uur begint hij anders alsnog misselijk te worden.Dus ja – een hond die moeite heeft met autorijden? Dat komt vaker voor dan je denkt. Maar het hóéft niet zo te blijven. En nee, het is niet 'nu eenmaal zo'.

𝗪𝗮𝗮𝗿𝗼𝗺 𝗶𝘀 𝗮𝘂𝘁𝗼𝗿𝗶𝗷𝗱𝗲𝗻 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝘀𝗼𝗺𝗺𝗶𝗴𝗲 𝗵𝗼𝗻𝗱𝗲𝗻 𝗴𝗲𝘄𝗼𝗼𝗻 𝗲𝗲𝗻 𝗿𝗮𝗺𝗽?
Een hond die in paniek raakt zodra je naar de autosleutels grijpt – frustrerend.
De oorzaak? Vaak een mix van factoren: 
*𝗪𝗮𝗴𝗲𝗻𝘇𝗶𝗲𝗸𝘁𝗲– vooral jonge honden kunnen hier gevoelig voor zijn. Het evenwichtsorgaan is nog volop in ontwikkeling. Net als bij jonge kinderen groeien ze er vaak overheen. Maar… als die vroege ervaringen tegelijk sterk negatief worden beleefd (misselijkheid én angst), kan het brein er wél iets blijvends aan koppelen.
* 𝗦𝗹𝗲𝗰𝗵𝘁𝗲 𝗮𝘀𝘀𝗼𝗰𝗶𝗮𝘁𝗶𝗲𝘀 – als 'auto' standaard betekent: dierenarts met spuitje
* 𝗣𝗿𝗶𝗸𝗸𝗲𝗹𝗼𝘃𝗲𝗿𝗹𝗼𝗮𝗱 – geluiden, beweging, vreemde geuren
* 𝗚𝗲𝗯𝗿𝗲𝗸 𝗮𝗮𝗻 𝗰𝗼𝗻𝘁𝗿𝗼𝗹𝗲 – in een bench, achterin, zonder overzicht: sommige honden stressen daar echt van
* 𝗡𝗼𝗼𝗶𝘁 𝗿𝘂𝘀𝘁𝗶𝗴 𝗼𝗽𝗴𝗲𝗯𝗼𝘂𝘄𝗱 – want eerlijk: wie leert z'n pup nou écht ontspannen autorijden?

𝗗𝘂𝘀… 𝘄𝗮𝘁 𝗻𝘂? 𝗢𝗽𝗴𝗲𝘃𝗲𝗻?
Nee hoor. Maar een beetje voorbereiding helpt enorm:
* Begin met stilstaan. Auto. Deur open. Niks moet.
* Gaat dat goed? Motor aan. Blijf stil. Beloon rust.
* Daarna pas mini-ritjes. Naar iets leuks. Denk aan een rustige snuffelwandeling – geen drukke activiteit.
* Zorg voor comfort: een stabiel ligplekje met grip, voldoende ruimte, en iets vertrouwds zoals een kleedje of speeltje.
* Frisse lucht, maar geen tocht.
* En soms helpt een beetje ondersteuning: feromonen, supplementen, of gewoon een goed gesprek met je dierenarts over tijdelijke medicatie – zeker bij langere ritten.
* Vergeet bij lange ritten ook niet om op tijd te pauzeren.

𝗘𝗻 𝗮𝗹𝘀 𝗷𝗲 𝗵𝗼𝗻𝗱 𝗱𝗲 𝘀𝗻𝗲𝗹𝘄𝗲𝗴 𝗲́𝗰𝗵𝘁 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝘁𝗿𝗲𝗸𝘁?
Dan werk je met wat wél kan. Kortere ritten. Rust onderweg. Of gewoon thuisblijven.Niet elk leven hoeft in de vijfde versnelling.Begeleiden, niet forceren. Leren kijken naar wat jouw hond nodig heeft – ook als dat even 'niet rijden' is.

En in sommige gevallen is het verstandig om er een ervaren hondentrainer of gedragstherapeut bij te halen. Zeker als je hond paniekgedrag vertoont, agressie laat zien of al langere tijd angstig is rondom autoritten. Professionele begeleiding kan écht het verschil maken.